Tai Chi wordt in de volksmond gebruikt als verzamelnaam voor Tai Ji Quan ( de meest verheven vuist ) en Qi Gong ( levensenergie oefeningen ). Tai Chi is eigenlijk de harmonie voordat het onderscheid ontstaat tussen yin en yang en wordt afgebeeld als het bekende Tai Chi symbool met de twee vissen en de spiralende lijn er tussen in. Tai Ji Quan is heel wat anders.

Dus samengevat :

Qi Gong : gericht op het versterken van de Qi ( levens energie ) in de meridianen en organen. Gezondheid verbeteren.

Tai Chi Tao : een Nederlandse Qigong vorm ( opgericht door Jan Kraak ) met veel 5 elementen flow en creativiteit/vrijheid.

Tai Ji Quan : een martiale kunst, zelfverdediging, vormloop, diverse stijlen.

Een eeuwenoude bewegingsleer uit China is hier en nu toepasbaar in ons dagelijks leven.

We gaan hierbij uit van yin en yang, tegengestelden die in elkaar overgaan en elkaar aanvullen.

In het spel van links en rechts, omhoog en omlaag, binnen en buiten is er een voortdurende wisselwerking.

Zo neem je stappen op de weg van Tao, kun je balans vinden in het leven. De weg van het evenwicht leidt zodoende naar harmonie.

Met harmonie bedoelen we geen statisch geheel, maar een voortdurend proces van groei en verandering.

Door letterlijk lichaam en geest in beweging te brengen, komen we als mens meer in overeenstemming met de beweging van de natuur. Ook in de natuur vinden we de processen van beweging, yin en yang. Op die manier hervinden we als mens onze ware natuur, het contact met het diepere zelf. 

Praktisch gezien oefenen we met Tai chi en Qi Gong door ademhaling, beweging en concentratie het in balans komen met de stroom van Tao. Dit is ook het beginsel van Wu Wei, niet ingrijpen en niet forceren. In het omgaan met kracht en in de gevechtssport is het zichtbaar als meegeven en neutraliseren.